Oog op Klauwgezondheid (deel 3)

Oog op klauwgezondheid deel 3

Voeding

Hoewel de relatie tussen klauwen en voeding al jaar en dag gelegd wordt blijkt deze toch nog ingewikkelder dan vroeger werd gesteld. Pensverzuring à gifstoffen in het bloed of ‘bevangenheid’ à zoolzweren. Dat was altijd het credo en wordt nog steeds ontzettend vaak genoemd als hoofdoorzaak voor klauwproblematiek. En hoewel voeding dus heel erg belangrijk is blijkt nou juist pensverzuring niet zo van belang te zijn!

Om te beginnen blijkt het onmogelijk om een eenduidige definitie van ‘bevangenheid’ boven water te krijgen. Als je 10 klauwbekappers vraagt naar de omschrijving zal 1 zeggen dat het om rood verkleuring van de zool gaat, de andere zegt juist geelverkleuring, een derde zegt acute kreupelheid zonder dat er iets aan de klauw te zien is en voor een vierde staat een zoolzweer gelijk aan bevangenheid. Ook in de wetenschap is er geen overeenstemming wat deze term nu eigenlijk voor de klauw betekent. Proeven die bevangenheid moeten opwekken en dus klauwproblemen moeten veroorzaken zijn nog nooit tot resultaat gekomen. Problemen met de voeding kunnen zeker klauwproblemen geven maar dat gaat zeker niet hoofdzakelijk om pensverzuring.

Waar gaat het dan wel om? Vitaminen, mineralen en een zo constant mogelijk conditieverloop tijdens de droogstand en lactatie. Met name biotine, mangaan en zink zijn van belang voor de klauwgezondheid. Zij zorgen er voor dat de klauwhoorn van optimale kwaliteit is waardoor de klauw hard is en goed tegen een stootje kan. Een gebrek aan biotine zorgt voor een zwakkere witte lijn waardoor deze sneller uit elkaar getrokken kan worden als de koe bijvoorbeeld een korte draai moet maken. Onder de hoorn van de klauw en de lederhuid ligt daarnaast het vetkussen onder het klauwbeen. Dit vetkussen fungeert als een soort vering waardoor de druk beter verdeeld wordt over de gehele zool. Een sterk wisselend verloop in conditie, met name verlies na het afkalven, zorgt voor een snelle afbraak van vet uit dit vetkussen en dus een slechte vering. Dit geeft bijvoorbeeld sneller bloedingen in de zool als de koe lang moet staan.

Hoewel de voeding van de koe van groot belang is voor de klauwgezondheid moet de focus dus verplaatsen van pensverzuring naar de optimale samenstelling van vitamine en mineralen en daarnaast een constant conditie verloop. En omdat een goede voeding ook de rest van de gezondheid en de melkproductie ten goede komt zouden we dit toch voor elkaar moeten krijgen!