Webinar woensdag 21 april 20.00 uur

Een duurzame veestapel levert u veel op, waaronder o.a. heel veel werkplezier. Maar hoe zorg ik er nu voor dat mijn koeien één of twee extra lactaties maken? Wat betekent een duurzamere bedrijfsvoering voor mij als veehouder?

Veehouders die graag met duurzaamheid op hun bedrijf aan de gang willen kunnen een beroep doen op de Subsidieregeling agrarische bedrijfsadvisering en educatie (Sabe) Er kan een voucher aangevraagd worden ter waarde van €1500,- en deze kan gebruikt worden voor een leuke en interactieve training om uw dieren 2 extra lactaties op uw bedrijf te laten maken. Deze training (2 x webinar en 2 x op locatie op een bedrijf) wordt verzorgd door CowSignals, in samenwerking met Diergeneeskundig Centrum Zuid-Oost Drenthe.

De aftrap voor dit project is in de vorm van een webinar op woensdag 21 april om 20.00 uur (gratis verzorgd door uw praktijk) Tijdens de webinar gaan we dieper in op de uitdaging om koeien ouder te laten worden. De webinar zal onderbroken worden door een ludieke poll waarin de vraag centraal staat: Hoe goed kent u uw dierenarts?

Het programma (duur ruim een uur) is als volgt:
– Inleiding
– Duurzame klauwen, halen het voer op en brengen de melk weg
– Ludiek intermezzo, ken uw dierenarts
– Sturen op ureum: zo kan het ook
– Toelichting SABE-voucher en inzet voor de training 2 extra lactaties

U kunt zich gratis aanmelden (graag onder vermelding van voornaam en achternaam) door te mailen naar griend@zod.nl, vervolgens ontvangt u per mail de link voor deelname.

Samenvattend:
Gezamenlijk aan de gang met duurzaamheid op woensdag 21 april, tijdstip aanvang 20.00 uur. We zien u graag verschijnen.

Rundvee-dierenartsen

Diergeneeskundig Centrum Zuid-Oost Drenthe

Aanscherping I&R beleid paardachtigen

De identificatie en registratie (I&R) van paardachtigen is een Europese verplichting die geldt voor paarden die zowel hobbymatig als professioneel worden gehouden. Per 21 april 2021 is er een aanscherping van het I&R beleid. Je vindt hier de informatie over hoe paarden en locaties waar paarden gehouden worden, geregistreerd moeten zijn.

Registreren van het paard

Het registreren van paarden gebeurt via het chippen in combinatie met het aanvragen van een paspoort bij een paard. Dat verloopt via paspoort uitgevende instanties (ppi). Zij mogen dit namens RVO (Rijksdienst voor Ondernemend Nederland) uitgeven en registreren de gegevens van het paard in hun database. Ook zorgen zij dat de gegevens in de Nederlandse centrale database komen.

Wil je nagaan of jouw paard in de Nederlandse database geregistreerd staat? Met de zoekfunctie halverwege op deze pagina van rvo.nl kunt u het chipnummer of levensnummer van een paard intypen om te zien welke gegevens bekend zijn. Staat uw paard niet geregistreerd? Neem dan contact op met een van de instanties die RVO heeft aangewezen om paspoorten te mogen uitgeven. Deze zijn hier te vinden.

Registreren van een locatie waar paarden gehouden worden

Voor het registreren van een locatie waar paarden gehouden worden, zijn grofweg twee handelingen nodig. 1. De locatie dient een Uniek Bedrijfsnummer (UBN) te hebben en 2. De paarden die gehouden worden op de locatie koppelen aan het UBN.
Het is mogelijk een UBN voor paardachtigen te registreren. U vraagt een UBN aan op mijn.rvo.nl. Heeft u al een UBN? En wilt u de diersoort paardachtigen toevoegen? Dat doet u ook op mijn.rvo.nl. U vindt daar een handleiding waarin we uitleggen hoe u dit makkelijk doet.
Het is op dit moment nog niet mogelijk om de paardachtigen op het UBN aan te melden. We verwachten dat dit vanaf 12 april 2021 mogelijk is. Hoe u dit doet leest u dan op de website van RVO.

Wie is verantwoordelijk voor de registratie?

De houder van het paard is verantwoordelijk voor de registratie van het paard. De houder van de locatie is verantwoordelijk voor de registratie van de locatie waar paarden gehouden worden.

Wie is de houder van het paard?

De houder van het paard is degene die de dagelijkse besluitvorming heeft over het paard. In de meeste gevallen is dat de eigenaar van het paard.

Wie is de houder van een locatie?

De houder van een locatie is de eigenaar, de huurder of de bruiklener van een locatie. Verhuur je een locatie of geef je een locatie in bruikleen dan draag je daarmee de feitelijke macht over aan een ander. Gebruikt de huurder of bruiklener vervolgens de locatie om paarden te houden (van hemzelf of een ander) dan is hij de daarmee de houder van de locatie.

KoeSignalen training met als doel: twee extra lactaties!

Het streven om de Nederlandse koeien ouder te laten worden biedt uitdagingen, maar voornamelijk kansen! In het najaar van 2021 wordt er in samenwerking met CowSignals een gratis KoeSignalen-training aangeboden vanuit de praktijk om hierop in te kunnen spelen. Door het inzetten van één SABE-voucher kan de training ter waarde van €1500,- worden gevolgd.

De training zal bestaan uit:

  • Twee online cursussen, die op eigen moment kunnen worden bekeken
  • Twee dag trainingen met collega veehouders; hopelijk laten de regels rondom corona dit in het najaar weer toe.

We zien jullie hier graag voor terug – mooi om samen te kunnen gaan sparren over diergezondheid en ervaringen hierover uit te wisselen! Bij interesse of behoefte aan meer informatie over het inschrijven hiervoor, kan altijd een mail worden gestuurd naar info@zod.nl of vraag uw dierenarts om meer informatie.

Webinar 21 april 2021

Om duurzaamheid van de koeien, en bovenstaande training, onder de aandacht te brengen organiseert Diergeneeskundig Centrum Zuid-Oost Drenthe op woensdag 21 april om 20 uur een webinar met alvast een inkijk in het verlengen van de levensduur van koeien. Dan worden er enkele korte presentaties gegeven waarin we kort en krachtig onze visie op het maken van 2 extra lactaties geven, oftewel alvast een kort schot voor de boeg. De webinar is gratis te volgen. Binnenkort ontvangt u hiervoor een uitnodiging.

Kijk hier voor meer informatie over de training.

Oog op klauwgezondheid – deel 2

Tijdig behandelen geeft betere resultaten

Een van de redenen waarom kreupelheid zo’n lastig probleem kan zijn is dat het kan lijken alsof het bekappen van kreupele koeien zinloos is omdat veel koeien later weer een terugval krijgen. Met name hoornproblemen als zoolzweren en witte lijn defecten kunnen hardnekkig zijn en zijn vaak niet met 1 keer bekappen opgelost. De reden daarvoor is eigenlijk vrij simpel, namelijk dat een zoolzweer of witte lijn defect niet in 1 dag ontstaan is, maar over meerdere weken en daardoor zullen ze ook niet zomaar herstellen.

Als je kijkt naar de anatomie van de klauw, dan geven de rode pijlen aan waar deze problemen zich in eerste instantie voordoen, namelijk de lamellen van de wandhoorn of de hoornvormende laag van de zool (lederhuid). Dat betekent dat ze op het moment van ontstaan nog onder de al gevormde hoorn van minstens een halve cm dik zitten. Op dat moment moeten ze nog uitgroeien voordat ze zichtbaar zijn aan het oppervlak bij bekappen. De zichtbare witte lijn defecten en zoolzweren die je vindt bij bekappen zijn dus niet acuut ontstaan en de onderliggende laag heeft meestal al langdurig onder druk gestaan. Het herstel gaat daarom ook relatief traag, de kneuzingen moeten eerst herstellen en daarna moet er gezond hoorn terug vormen. Voordat de gezonde hoorn weer terug is op hetzelfde niveau als de rest van de klauw ben je zo 6 weken verder.

De beste manier om de hersteltijd te verkorten is om kreupele koeien zo snel mogelijk te bekappen. Dat betekent in de praktijk bij een zoolzweer meestal dat je moet bekappen voordat het echte zoolzweren zijn maar nog steeds zoolkneuzingen. Bij witte lijn defecten wil je ze bekappen voordat de lamellen ontstoken zijn en er dus alleen maar gezond weefsel onder het defect vandaan komt. Eigenlijk weet je dus pas zeker dat je op tijd bent met bekappen als je weinig onder de klauw vindt! Het enige wat je dan doet met bekappen is de klauw weer in balans zetten en de druk weghalen van de aangetaste plek waardoor het levende weefsel eronder weer kan herstellen. Dit is ook nog eens fijner bekappen; je bent er namelijk veel sneller klaar mee en het doet de koe geen pijn.

De enige manier om op tijd te bekappen is om kreupele koeien te bekappen zodra ze beginnen te kreupelen. Kreupelheid vanuit hoornaandoeningen ontstaat niet acuut. Voordat je ziet dat de koe duidelijk op 1 poot kreupel loopt is ze de tijd daarvoor ook al licht kreupel geweest. Meestal wachten we echter pas met het behandelen van zo’n koe tot ze duidelijk kreupelt en vind je vaak ook al een zoolzweer of een open witte lijn defect. Bedenkt dus dat je als je eerder bekapt, je korter bezig bent en de koe betere en snellere genezingskansen heeft. Zo voorkom je ernstigere gevallen en wordt uiteindelijk de algehele klauwgezondheid in je koppel beter.

 

Vaccineren longworm

Het zal niet lang meer duren voordat het weideseizoen gaat beginnen en daarmee begint ook het risico op longworm bij (jong)vee.

Longworm larven worden tijdens het weideseizoen opgenomen via het gras en de volwassen wormen bevinden zich in de longblaasjes en vertakkingen van de luchtwegen. Na een infectie zijn de verschijnselen voornamelijk hoesten, soms koorts en in ernstige gevallen kan een infectie leiden tot verminderde melkproductie en verminderde groei van het jongvee.

Begin daarom op tijd, voordat de dieren naar buiten gaan, met het vaccineren tegen longworm om de schade te beperken! Dit kan door middel van een orale vaccinatie. De vaccinatie bestaat uit een tweevoudige behandeling met 4 weken tussentijd. Twee weken na de laatste vaccinatie kunnen de dieren naar buiten. Zie onderstaand schema.

 

Behandeling melkziekte

Melkziekte… “al zo oud als de weg naar Rome” maar nog steeds een relevant ziektebeeld op het melkveebedrijf.

Elke melkveehouder heeft er wel eens tegen behandeld. Een infuus, drankjes, pillen, drenchen of onderhuids, er zijn vele behandelmethodes. Vaak is er een voorkeursmethode op het bedrijf, waar jarenlang niet van wordt afgeweken. Deze kunnen onderling sterk verschillen. Betekent dat, dat het eigenlijk niet uitmaakt hóe de calcium wordt toegediend?

Onderzoek toont aan dat er wel degelijk een verschillend effect wordt bereikt met de verschillende behandelmethodes. Onderstaande grafiek laat dat mooi zien.

Alle koeien in dit onderzoek starten met subklinische melkziekte (de norm is 8,6 mg/dl). De ene groep wordt behandeld met een enkel infuus, de andere groep met 2 pillen met 12 uur interval. De derde groep krijgt niets. Zoals u ziet heeft het infuus een spectaculair effect wat helaas een minder fijn staartje krijgt. De koe zal snel warm worden en opknappen maar na 8 uur weer wegzakken doordat de eigen stofwisseling niet actief de Ca-opname stimuleert. Er was immers voldoende? Dit effect is zelfs na 2 dagen nog duidelijk merkbaar. De koeien behandeld met de Ca-pillen laten een veel stabieler patroon zien, zij knappen minder snel op in de eerste uren maar zakken veel minder weg in vergelijking met de andere twee groepen en zullen dus stabieler vreten. Echter zelfs deze vorm van supplementeren heeft een licht remmend effect op de eigen Ca-stofwisseling waardoor deze groep na twee dagen lager uit komt dan de controle groep.

Samengevat kan worden gezegd dat elke vorm van supplementatie zijn specifieke nut heeft. Echter de toepassing moet passen bij het type melkziekte koe. Hou daarbij vooral ook het lange termijn doel voor ogen!

Ubroseal Blue

Het is soms lastig om na het afkalven de gangbare witte teatsealers te zien en te onderscheiden van vlokjes in de melk door mastitis.

Daarom heeft Ubroseal nu de blauwe teatsealer ontwikkelt, ook naar aanleiding van terugkoppeling van veehouders. De blauwe kleur maakt het verwijderen na afkalven gemakkelijker, waardoor er ook minder kans is op restanten in de melkleidingen en apparatuur. De teatsealer heeft verder dezelfde eigenschappen. De blauwe kleur geeft niet af en is goedgekeurd voor gebruik in voedingsmiddelen. Eventuele opname door het kalf is veilig en heeft geen nadelige effecten.