Jacobskruiskruid

Jacobskruiskruid is aan een snelle opmars bezig in Nederland, en vooral op droogtegevoelige gronden. Omdat we er de afgelopen tijd enkele vragen over hebben gehad, en omdat we zien dat Jacobkruiskruid in ieder geval in de wegbermen in grote getale aanwezig is, maar ook op verdroogde weilanden, hierbij nadere informatie over het gevaar van deze plant. Want de plant is niet alleen giftig voor paarden zoals vaak wordt gedacht, het is ook bewezen schadelijk voor runderen.

Gevaar
Zolang de plant groeit en bloeit is er voor paarden, koeien, geiten en schapen weinig risico. Jacobskruiskruid wordt normaal gesproken niet gegeten. In uitzonderlijke gevallen kan dit wel het geval zijn, bijvoorbeeld als er te weinig gras overgebleven is.

Jacobskruiskruid wordt echt gevaarlijk wanneer het wordt ingekuild of gehooid. De plant verliest na het maaien haar typerende geur, kleur en smaak, waardoor de dieren de plant niet meer als giftig herkennen. Na het maaien blijft het gif echter werken.

Alle delen van de plant Jacobskruiskruid bevatten giftige stoffen. Dit zijn de zogenaamde Pyrrolizidine Alkaloïden (PA’s).  Het gifpercentage is net voor de bloei het hoogst.

Ziekteverschijnselen
Het gif wordt in de darmen opgenomen. Daarna probeert het lichaam de gifstoffen in de lever om te zetten in minder giftige stoffen. Dit proces levert echter een nog giftigere stof op. Dat maakt de levercellen kapot.
Een vergiftiging door Jacobskruiskruid verloopt heel geleidelijk. De lever zal uiteindelijk niet meer functioneren. Vergiftigde dieren worden eerst ziek: ze zijn sloom, verliezen gewicht, hebben diarree en geen eetlust, drinken veel en krijgen verschijnselen die op zonnebrand lijken. Uiteindelijk tast Jacobskruiskruid het hart en het centrale zenuwstelsel aan en veroorzaakt coördinatiestoornissen, gebrek aan eetlust en onrustige bewegingen.

Voor een vergiftiging door Jacobskruiskruid is geen remedie. Dieren worden pas na verloop van maanden of zelfs jaren ziek, doordat het gif langzaam ophoopt in de lever.

Koeien en paarden ontwikkelen chronische leveraandoeningen wanneer deze diersoorten 5 – 10% van hun lichaamsgewicht aan plantmateriaal van Jacobskruiskruid opnemen.

Bestrijding

Maaien is niet geschikt om Jacobskruiskruid te bestrijden. De plant reageert door in korte tijd nieuwe bloemstengels te vormen en extra veel zaad te produceren. Zeer frequent maaien leidt bovendien tot vegetatieve verspreiding en planten met een sterke houtige wortel. Chemische bestrijding of handmatig uittrekken van planten op percelen waar het nog maar beperkt aanwezig is, is de beste bestrijding.

Oog op Klauwgezondheid (deel 3)

Oog op klauwgezondheid deel 3

Voeding

Hoewel de relatie tussen klauwen en voeding al jaar en dag gelegd wordt blijkt deze toch nog ingewikkelder dan vroeger werd gesteld. Pensverzuring à gifstoffen in het bloed of ‘bevangenheid’ à zoolzweren. Dat was altijd het credo en wordt nog steeds ontzettend vaak genoemd als hoofdoorzaak voor klauwproblematiek. En hoewel voeding dus heel erg belangrijk is blijkt nou juist pensverzuring niet zo van belang te zijn!

Om te beginnen blijkt het onmogelijk om een eenduidige definitie van ‘bevangenheid’ boven water te krijgen. Als je 10 klauwbekappers vraagt naar de omschrijving zal 1 zeggen dat het om rood verkleuring van de zool gaat, de andere zegt juist geelverkleuring, een derde zegt acute kreupelheid zonder dat er iets aan de klauw te zien is en voor een vierde staat een zoolzweer gelijk aan bevangenheid. Ook in de wetenschap is er geen overeenstemming wat deze term nu eigenlijk voor de klauw betekent. Proeven die bevangenheid moeten opwekken en dus klauwproblemen moeten veroorzaken zijn nog nooit tot resultaat gekomen. Problemen met de voeding kunnen zeker klauwproblemen geven maar dat gaat zeker niet hoofdzakelijk om pensverzuring.

Waar gaat het dan wel om? Vitaminen, mineralen en een zo constant mogelijk conditieverloop tijdens de droogstand en lactatie. Met name biotine, mangaan en zink zijn van belang voor de klauwgezondheid. Zij zorgen er voor dat de klauwhoorn van optimale kwaliteit is waardoor de klauw hard is en goed tegen een stootje kan. Een gebrek aan biotine zorgt voor een zwakkere witte lijn waardoor deze sneller uit elkaar getrokken kan worden als de koe bijvoorbeeld een korte draai moet maken. Onder de hoorn van de klauw en de lederhuid ligt daarnaast het vetkussen onder het klauwbeen. Dit vetkussen fungeert als een soort vering waardoor de druk beter verdeeld wordt over de gehele zool. Een sterk wisselend verloop in conditie, met name verlies na het afkalven, zorgt voor een snelle afbraak van vet uit dit vetkussen en dus een slechte vering. Dit geeft bijvoorbeeld sneller bloedingen in de zool als de koe lang moet staan.

Hoewel de voeding van de koe van groot belang is voor de klauwgezondheid moet de focus dus verplaatsen van pensverzuring naar de optimale samenstelling van vitamine en mineralen en daarnaast een constant conditie verloop. En omdat een goede voeding ook de rest van de gezondheid en de melkproductie ten goede komt zouden we dit toch voor elkaar moeten krijgen!

De “witte” penicillines: Procapen, Peniyet vet of Depocilline?

De werking van penicillines is afhankelijk van de tijd waarin bacteriën blootgesteld worden aan de antibiotica. In dit geval dus hoe langer, des te beter.

In principe zijn Procapen, Peniyet en Depocilline allemaal dezelfde producten, namelijk benzylpenicillines. Het verschil zit hem echter in de registratie van deze producten:

 

Middel Concentratie werkzame stof Dosering 600 kg koe Hoeveel werkzame stof spuit je een koe Wachttijd melk Wachttijd vlees
Procapen 300 mg/ml 1 ml/ 15 kg 40 ml 12000 mg 6 dagen 14 dagen
Peniyet vet 300 mg/ml 1 ml/ 30 kg 20 ml 6000 mg 4 dagen 6 dagen
Depocilline 300 mg/ml 1 ml/ 25 kg 24 ml 7500 mg 11 dagen 6 dagen

 

In dit geval heeft de Procapen de hoogste, geregistreerde, dosering.

Het hoger doseren van middelen, anders dan vermeld in de bijsluiter (de registratie), is off label gebruik en heeft gevolgen voor de wachttijd (7 dagen melk/ 28 dagen vlees).

 

Aanvullende informatie voor de liefhebber:

 

Op basis van de farmacokinetiek (hoe een lichaam omgaat met een geneesmiddel) van benzylpenicillines zit er wel degelijk een voordeel in om voor de hoogst mogelijke geregistreerde dosering te kiezen.

De werking van benzylpenicillines is afhankelijk van de periode waarin de bacterie wordt blootgesteld aan het antibioticum (tijdsafhankelijk).

De belangrijkste parameter hiervoor is de periode waarin de concentratie hoger is dan de MIC. MIC staat voor Minimal Inhibitory Concentration, de minimale hoeveelheid antibiotica die nodig is om een bacterie te kunnen remmen of doden.

Dit betekent dat ze met name effectief zijn als de bacterie gedurende een voldoende lange periode aan het antibioticum wordt blootgesteld. Door de procaïne worden de penicillines langzaam geabsorbeerd uit de injectieplaats in de spier waardoor zo lang mogelijk een voldoende hoge spiegel bereikt kan worden. Om dit effect te bereiken is wel het advies om de hoogste dosering aan te houden; in dit geval dus de Procapen.

Grafiek MIC-Concentratie-Tijd

Grafiek 1

Dier van de maand – Lilly

Lilly was met haar baasjes op vakantie in de buurt, deze vakantie verliep helaas niet geheel volgens plan. Lilly werd ziek en kwam zodoende bij ons op de praktijk terecht, een operatie was onvermijdelijk.

Tijdens de operatie zijn er twee spenen, waarvan één met het speenkoord er nog aan uit de maag van Lilly gehaald, een tijdbom waar ze al langer mee rondliep, het speenkoord was al 1,5 jaar zoek.

Vermoedelijk is de speen met het speenkoord door het rennen in de bossen op vakantie verkeerd geschoten. Lilly is na de operatie in haar gedrag veranderd, ze is minder onrustig geworden, het zat haar waarschijnlijk al veel langer dwars.
Wij zijn blij te weten dat Lilly inmiddels helemaal is opgeknapt en weer lekker rond kan rennen met haar broer Rocco.

Hopelijk komen de baasjes van Lilly en Rocco nog een keer terug naar het mooie Drenthe voor een vakantie met iets minder zorgen!