Voorjaarsgras en weiden

De lente staat voor de deur en daarmee ook het weideseizoen.

Een mooi seizoen om lekker van de zon te genieten en vitamine E (= antioxidant en rijkelijk aanwezig in vers gras) op te nemen! Maar de lente is ook een periode met uitdagingen. Bij de overgang van het stalrantsoen (vaak hooi of kuilvoer) naar vers gras zijn een aantal dingen belangrijk om te realiseren.
Jong, vers voorjaarsgras kan namelijk een hoog gehalte aan suikers (glucose, sucrose en fructose) bevatten. Als de zon begint te schijnen wordt er doormiddel van fotosynthese suiker geproduceerd in het gras. Deze suikers worden normaliter ’s nachts door de plant zelf verbruikt om te groeien. Blijft te temperatuur ’s nachts onder de 5 °C dan vindt er geen groei plaats en blijven de suikers onverwerkt in de plant zitten. Daarnaast is het jonge gras vaak ook eiwitrijk en bevat het nog weinig vezels, waardoor de verteerbaarheid hoog is. Staat je paard of pony de volgende dag in dit gras let dan goed op, want deze hoge suikergehaltes, snelle verteerbaarheid en de voerovergang kunnen risico’s met zich meebrengen zoals hoefbevangenheid en/of insulineresistentie, maar ook (gas)koliek of dunne ontlasting.
Belangrijk is dus om het grazen rustig op te bouwen. Dit kan bijvoorbeeld door het aantal uren op de weide elke drie dagen iets te verhogen. Ook kan strookbegrazing (elke dag een ‘vers’ stukje gras) helpen om de rantsoenwisseling geleidelijk te laten verlopen.
Tot slot is het natuurlijk altijd verstandig om voor het weideseizoen begint even een rondje door de weide te lopen en de watervoorziening, losliggende paaltjes of draden te controleren. Een verwonding is helaas zo gemaakt.

Risico’s jacobskruid

Afgelopen zomer was jacobskruiskruid (helaas) veelvoudig te vinden in weilanden, wegbermen of bosranden.

Jacobskruiskruid is een bekende geel bloemige plant en bevat giftstoffen. Deze gifstoffen; pyrrolizidine-alkaloiden (PA’s) worden in alle delen van de plant gevormd en dus niet alleen in de bloemen zoals vaak gedacht wordt. De PA’s zijn niet direct giftig na opname maar worden in de lever omgezet in pyrrolen en deze pyrrolen zijn de echte boosdoenders. Ze binden zich aan levereiwitten, waardoor er leverschade optreedt; paarden vertonen verlies van eetlust en in ernstige gevallen afwijkend gedrag (bijv. doelloos ronddwalen). Over het algemeen zullen paarden niet meteen van de plant eten, gezien de plant onsmakelijk en bitter is. Maar als er geen alternatief aanwezig is om te eten of wanneer door drogen (tijdens het hooien) of conservering (in de foliepakken) de bittere smaak verdwijnt, kan het zijn dat paarden de plant wel eten.
Om de groei van de plant te beheersen kan je het beste vóór de bloeifase en zaadproductie de planten uit de weide trekken of steken. Probeer daarnaast open en kale plekken in de weide te voorkomen, zaai dit meteen in met gras zodat jacobskruiskruid geen kans krijgt.

(Bron: GD diergezondheid)