Let op! Teken zijn alweer actief

Bescherm je kat of hond op tijd en langdurig tegen teken

De lente begint steeds vroeger. Dit betekent ook dat teken al vanaf maart actief zijn! En voorlopig blijven ze hier: vaak zie je nog tot en met november (en zelfs in warme winters) teken in de natuur. Daarom doet u er goed aan om uw hond of kat op tijd en langdurig te beschermen. Begin nu!

De STAP-methode helpt je in actie te komen tegen teken voor je huisdier en je gezin.
Want wist je dat katten- en hondeneigenaren 50% meer kans lopen op een tekenbeet dan mensen zonder huisdieren?

50% meer kans op een tekenbeet

Ja, helaas heb je als honden- of kattenbezitter maar liefst 50% meer kans op een tekenbeet, dan iemand zonder huisdieren…. En wist je dat onbeschermde honden en katten levende teken mee naar huis kunnen nemen? Om jezelf en je gezin te beschermen, is het dus zaak óók je huisdier te beschermen!

STAP 1: Signaleren

In Nederland komen teken overal voor. Je loopt niet alleen tekenbeten op in het bos (43%), maar ook in de tuin (31%), in duinen (7%) en in mindere mate in stadsparken!
Controleer je hond of kat, jezelf en gezinsleden dan ook regelmatig op teken, zeker als je in het groen bent geweest! Vergeet niet, dat het soms moeilijk zoeken is. Jonge teken zijn namelijk slechts 1 tot 3 mm groot.

STAP 2: Teek verwijderen

Signaleer je een teek bij jezelf, je kat en/of hond? Verwijder deze dan zo snel mogelijk met behulp van een puntig pincet, tekentang of tekenkaart. Je kan de teek het beste zo dicht mogelijk op de huid bij de kop vastpakken en hem er rustig uittrekken. Hoe eerder je de teek verwijdert, hoe kleiner de kans op besmetting. Gebruik geen alcohol of jodium bij het verwijderen van een teek.

STAP 3: Advies bij de (dieren)arts

Heb je zelf een tekenbeet? Overleg dan met je huisarts in verband met een mogelijke Lyme-besmetting.
Informeer ook bij je dierenarts hoe je je hond of kat het beste kunt beschermen tegen teken in het najaar. Je dierenarts geeft een persoonlijk advies op basis van de gezondheid van je huisdier en je thuissituatie en adviseert middelen die uitgebreid zijn onderzocht op veiligheid en effectiviteit. Ook kan je dierenarts je helpen bij het verwijderen van teken bij je kat of hond.

STAP 4: Preventie

Wie tegen teken wil beschermen, beschermt zijn huisdier preventief! Wacht dus niet tot je een teek ziet, want dan ben je eigenlijk al te laat.
Teken wil je het liefst voorkomen. Voor je huisdier bestaan verschillende producten in verschillende toedieningsvormen (spot-on, tablet of band) die gemiddeld een maand of juist meerdere maanden beschermen tegen teken. Vraag je dierenarts om een product dat het beste bij jouw huisdier past.

Vergeet ook niet jezelf goed te beschermen als je het groen in gaat.

Is uw konijn al ingeënt?

Het voorjaar is de beste tijd van het jaar om uw konijn te laten vaccineren tegen myxomatose en VHD type 1 en 2.

Zodra de temperaturen stijgen en de insecten weer actief worden is het belangrijk om preventieve maatregelen te nemen. Met name stekende insecten, muggen, steekvliegen maar ook vlooien kunnen gevaarlijke ziektes overbrengen bij uw konijn zoals myxomatose en VHD. Deze virussen verspreiden zich razendsnel en is uw konijn eenmaal geïnfecteerd dan overleeft hij de ziekte vaak niet. Gelukkig kunt u uw konijn beschermen door het elk jaar te laten vaccineren. Het betreft één vaccinatie welke bescherming biedt tegen myxomatose en VHD type 1 en 2.

Naast vaccineren kunt u meer doen om uw konijn te beschermen. Zo is het aan te raden om ervoor te zorgen dat uw konijn geen vlooien krijgt, let op niet elk anti-vlooienmiddel is geschikt voor konijnen. Wilt u advies hierover dan kunt u altijd contact opnemen. Daarbij kunt u maatregelen nemen tegen muggen en vliegen, door bijvoorbeeld een horrengaas te plaatsen. Ook een droge bedding helpt muggen te bestrijden. En als laatste voorkom contact met wilde konijnen.

Met preventieve gezondheidszorg en vaccinatie houden we samen konijnen vitaal en gezond!
Wilt u meer informatie over vaccineren, of wilt u een afspraak maken, dan kunt u contact opnemen met één van onze locaties. Ook is het mogelijk om uw afspraak online te maken via www.zod.nl.

Tot ziens op de praktijk!

Dreiging van Rhinopneumonie

Hoe willen we het risico zo laag mogelijk houden?

Als aanvulling op onze berichtgeving over de uitbraak van Rhinopneumonie in Valencia via Facebook, onze website en de nieuwsbrief d.d. 3 maart 2021 willen wij u wat meer informeren over deze ziekte.

Rhinopneumonie wordt veroorzaakt door het Equine Herpes Virus (EHV). Een infectie met EHV kan zich uiten in drie vormen: de neurologische vorm, de ‘abortusvorm’ en de ademhalingsvorm. Daarvan zijn 2 typen van belang: type 1 en type 4. De ademhalingsvorm (verkoudheid, griep) wordt voor 20% veroorzaakt door type 1 en voor 80% door type 4. De abortusvorm door voornamelijk type 1 (96%) en de neurologische vorm (verlammingen) voor 100% door type 1.

Als een paard eenmaal een EHV-infectie heeft opgelopen, blijft het virus voor altijd in het lichaam van het paard. Reactivatie van het virus treedt op bij weerstandsverlaging (b.v. stress of andere ziekten). Het is wat dat betreft vergelijkbaar met een koortslip bij de mens; daar kom je nooit vanaf en komt tot uiting op momenten van verminderde weerstand. Meer dan 50% van de Nederlandse paardenpopulatie heeft een EHV-infectie doorgemaakt, is dus drager van dit virus en kan dit virus bij verminderde weerstand uitscheiden en verspreiden.

Om risico’s van besmetting zo laag mogelijk te houden, is het belangrijk om te weten hoe het virus wordt overgedragen. Uitscheiding van het virus vindt plaats door ‘dragers’ of door nieuwe besmettingen. Via vocht uit de neus en proesten, hoesten, snotteren van een ander paard, kan het virus worden opgenomen via de voorste luchtwegen. Dit vindt voornamelijk plaats bij neuscontact. Echter, het kan ook plaatsvinden via overdracht via mensen / spullen. Het virus overleeft namelijk urenlang buiten het lichaam, waardoor het gebruik van andermans stal, praam, drinkemmer of voerbak een risico is. Ook het laten ruiken aan je kleding of schoenen waar b.v. snot of vruchtwater op zit of het houden van dieren in een slecht geventileerde ruimte (b.v. trailer, stallen met onvoldoende ventilatie) kan overdracht van het virus mogelijk maken.

Bij vermoeden van Rhinopneumonie op stal is het advies om alle paarden twee keer daags te temperaturen. Er zijn namelijk vaak meerdere paarden die – met of zonder verschijnselen – koorts blijken te hebben. Boven de 38,2 graden spreekt men van koorts. Paarden kunnen worden gevaccineerd tegen Rhinopneumonie. Het belangrijkste doel van vaccinatie is om spreiding van het virus te verminderen. Daarnaast is het zeer effectief tegen de ademhalingsvorm, minder effectief tegen de abortusvorm en helaas niet of nauwelijks effectief tegen de neurologische vorm. Omdat het voorkomen van virusspreiding het voornaamste doel is van vaccinatie, is het ook het beste om alle paarden op stal te vaccineren en niet één of enkele paarden. Het vaccinatieschema bestaat uit een basisenting met een maand tussentijd; hierna dient de enting elk halfjaar te worden herhaald.

U bent meer dan welkom uw situatie voor te leggen of het nuttig is om te vaccineren of als u meer wilt weten over het virus.

Identificatie en Registratie

Waarom en wat moeten we weten?

Om nog beter samen te kunnen werken aan het verbeteren van diergezondheid op Europees niveau, is wet- en regelgeving aangepast. Per 21 april 2021 zal de Europese diergezondheidsverordening van kracht gaan in Nederland.

De regels die hierin staan hebben invloed hebben op zowel professionele als hobby-dierhouders. Deze regels zullen ervoor zorgen dat er bij dierziekten nog beter gehandeld kan worden: (1) eerdere detectie en aanpak en (2) er kunnen betere plannen worden gemaakt voor preventie. Preventie is o.a. noodzakelijk voor ziekten die zich snel kan verspreiden en bewaking vereisen binnen de EU. Wat dient u te weten?

  • Houderijen (waar een paardachtige – dus ook ezels en muildieren – minstens 30 dagen of langer wordt gehouden) moeten in een centrale database van de RVO worden geregistreerd en ontvangen een UBN (uniek bedrijfsnummer);
  • Houderijen die al een UBN-nummer hebben, hoeven geen nieuw nummer aan te vragen – zij kunnen categorie paard toevoegen;
  • Al voor 21 april kan een UBN-nummer worden aangevraagd; dit kan via de website van RVO.
  • De houderij maakt kenbaar welke paarden op zijn locatie worden gehouden;
    • De eigenaar van het paard is verantwoordelijk voor registratie van het paard, dieren moeten hiervoor gechipt zijn en een paspoort hebben van een PPI (paspoort uitgevende instantie, in de meeste gevallen een stamboek) – binnen zes maanden na geboorte veulen;
    • Pas nadat een dier is aangemeld bij een PPI, kan het dier worden gekoppeld aan een UBN-nummer;
    • Paarden met een paspoort van een buitenlands stamboek moeten wordt gemeld bij een PPI in Nederland, zodat zij de gegevens in de database kunnen verwerken;
    • Het koppelen van paarden aan een UBN kan naar verwachting vanaf 12 april
  • De houders dienen lokaal (schriftelijk of digitaal, minstens drie jaar bewaren) tijdelijke verplaatsingen, sterftecijfers op houderij en identificatiedocumenten van de aanwezige paarden bij te houden.

Hoefbevangenheid

Een pijnlijke kwestie

Het weideseizoen breekt weer aan! Voor de dieren weer een fijne periode, maar helaas ook een periode met risico’s.

Denk bijvoorbeeld aan hoefbevangenheid, waarbij paarden enorm pijnlijk kunnen zijn. De dieren kunnen zeer stijfjes zijn en stram bewegen (soms geen stap meer willen verzetten), warme hoeven hebben (met soms een verdikte / pijnlijke kroonrand), willen de hoeven of beide voorbenen graag ontlasten (soms zelfs een trippelende om-en-om belasting). Hoefbevangenheid kan zowel bij vier hoeven, als bij één hoef plaatsvinden.

Oorzaken van hoefbevangenheid worden verdeeld in drie groepen:

  1. Equine Metabolic Syndroom, de combinatie van overgewicht, insulineresistentie en hoefbevangenheid.
  2. Ziekte van Cushing (PPID) waardoor hormonen ontregeld worden.
  3. Dieet met teveel koolhydraten (suikers) of zetmeel

Juist dit laatste geeft nu flinke alarmbellen. Vooral voorjaarsweide bevat een hoog gehalte aan suikers! Als suiker wordt opgenomen, wordt insuline geproduceerd om de suikers door het lichaam te transporteren. Indien dit systeem ontregeld raakt en insulineconcentratie overdreven veel stijgt en/of lang hoog blijft (insulinedysregulatie), neemt het risico op hoefbevangenheid zienderogen toe! Te dikke paarden en rassen zoals Welsh pony’s, shetlanders, Andalusiërs en Lusitano’s kunnen hier vaker last van hebben. Deze risicogroep kan baat hebben bij een bepaling van insulinedysregulatie middels een OST-test (voor meer informatie); zodat er nog meer maatregelen kunnen worden getroffen om hoefbevangenheid te voorkomen.

Alert op Rhinopneumonie-virus

Nederland is uitermate alert op een nieuwe uitbraak van Rhinopneumonie.

Op een concours in Spanje is het zogenoemde rhinopneumonie-virus onder paarden uitgebroken. Daar waren ook 25 Nederlandse paarden aanwezig. Dertien paarden staan inmiddels in afzondering in eigen omgeving, twaalf zijn er nog in Spanje.

Rhinopneumonie is een virusziekte bij het paard die veroorzaakt wordt door twee verschillende herpesvirussen (EHV1 en EHV4) en drie verschijningsvormen kent:

  • verkoudheidsvorm
  • abortus-vorm (besmettelijk verwerpen)
  • neurologische-vorm

Ondanks dat het vaccin niet volledig tegen alle vormen beschermt, adviseren wij om zoveel mogelijk te vaccineren. Gevaccineerde paarden scheiden bij een infectie minder virus uit en dat verlaagt de kans op verspreiding. Daarnaast vermindert de infectiedruk op een bedrijf en hiermee de kans op besmetting.

In dit artikel vind je meer informatie.

(Bron KNMvD)

Dier van de maand – Sammy

Dit is Sammy

De knieschijf van Sammy lag permanent naast zijn knie én zijn voorste kruisband was kapot én hij had zware artrose in de knie. Vanwege de pijn liep Sammy al maanden op 3 poten. Om weer pijnvrij door het leven te kunnen heeft Sammy een pootamputatie ondergaan. Sammy doet het inmiddels geweldig op 3 poten!