Behandel uw paard in de herfst (vanaf 1 november) tegen horzellarven en de kleine rode bloedworm.

Horzellarven

De meeste paarden in onze streek worden besmet met horzellarven. In de zomer legt de horzel gele eitjes op de vacht van het paard. Als het paard deze van de vacht likt, komen hieruit microscopisch kleine larven die zich door de tong, de wand van de keel en de slokdarm naar de maag verplaatsen en zich vanaf eind oktober in de maagwand nestelen.

Dit jaar lijkt het erger dan voorgaande jaren. Er worden veel tongbeschadigingen gezien t.g.v. de kruipgangen van de larven.

Een matige besmetting verloopt vaak zonder symptomen, maar bij een zware besmetting kan er een verlies van eetlust of een verlies van conditie en koliek (vaak na krachtvoer) optreden. De larven nestelen zich en vormen zweren op de wand van de maag en soms zelfs van de twaalfvingerige darm. Vanaf het moment dat u eitjes van paardenhorzels op uw paard ziet (veelal in de zomer), is het voldoende om uw paard te behandelen aan het eind van de besmettingsperiode in de herfst. Voorheen was de stelregel omdat na de eerste nachtvorst te doen, maar door de huidige klimaatsverandering gaat die vlieger niet meer op. Tegenwoordig adviseren we om de paarden na 1 november tegen horzellarven te behandelen. Voor de behandeling van de horzellarven kunt u het beste het middel Equest gebruiken.

Lintwormen

Sommige paarden hebben lintwormen in hun darmen. De volwassen wormen, die zich met hun zuignappen vastzetten rond de overgang tussen de dunne darm en de dikke darm veroorzaken irritatie (darmontsteking) en een toename van de samentrekkingen van de darm. Afhankelijk van de hoeveelheid wormen zullen de symptomen min of meer uitgesproken zijn: verminderde conditie, gewichtsverlies, groeiachterstand, een slechte algemene toestand, koliek etc.

Lintwormen hebben een tussengastheer: de mos mijt (net zoals de vlo de tussengastheer is van lintwormen bij hond en kat). De mosmijt leeft op het mos dat tussen het gras groeit. Dat gebeurt vaak op grasland onder de bomen.

Mestonderzoek met betrekking tot lintworm is niet zinvol. Ziet u lintwormen of lintwormsegmenten in de mest of is het risico daarop groot i.v.m. een mossige weide, ontworm dan in het najaar ook tegen lintworm. Dat kan met Equest Pramox; dat is hetzelfde als Equest met daarin als extra een middeltegen de lintworm (Praziquantel).

Rode bloedworm

De kleine rode bloedwormen(Cyathostominae/kleine strongyliden) zijn de wormen die tegenwoordig het meest voorkomen bij paarden. De volwassen wormen, die soms worden waargenomen in de mest, zijn tot 2,5 cm lang, dun en roodkleurig. Deze wormen kunnen veel schade veroorzaken.

Eitjes van de kleine rode bloedwormen komen via paardenmest in de weide terecht. De eitjes komen uit in de mest en ontwikkelen in de wei tot larven. De besmettelijke L3 larven worden door het paard dat graast ingeslikt en komen zo in de dikke darm terecht. Een klein gedeelte van de larven zet daar zijn ontwikkeling tot L4 larve verder om nadien terug in het darmkanaal terecht te komen om volwassen te worden. Maar 85% van de larven dringt in het slijmvlies van de dikke darm en holt als het ware de darmwand uit om zich daar in te kapselen. Ze kunnen daar gedurende meerdere winters blijven en liggen aan de oorsprong van het gevaar van deze wormen. Dit inkapselen naar een slapende toestand gebeurt in de herfst en de winter.

Enkele miljoenen van deze larven kunnen de wand van de dikke darm van het paard bedekken en zo de opname van voedingsstoffen en water verstoren. Deze verstoring van de absorptie in de dikke darm veroorzaakt symptomen van:

  • chronische infectie
  • verminderde prestatie
  • gewichtsverlies
  • slechte algemene toestand
  • aangetaste vacht
  • zachte mest
  • chronische koliek.

Het grootste gevaar ligt in het vrijkomen van een groot aantal van deze larven, dit doet zich meestal voor in de late winter. Dit massaal vrijkomen van larven ligt aan de oorsprong van een ernstige ziekte, genaamd acute larvale cyathostominose.

Wanneer de larven uit de darmwand komen, veroorzaken ze letsels, hoe meer larven, hoe groter de letsels. De darmen worden als het ware als een soort zeef lek geprikt. Het paard zal koliek, diarree en een snel gewicht verlies vertonen. Deze aandoening is in ongeveer de helft van de gevallen fataal.

De aanwezigheid van volwassen kleine rode bloedwormen kan aangetoond worden via de wormeitjes in de mest. De eitjes zijn alleen aanwezig wanneer er volwassen wormen in de darmaanwezig zijn die eitjes produceren. In de koude maanden ontwikkelen de larven zich bijna niet tot volwassen wormen. Een negatief mestonderzoek kan dus niet uitsluiten dat een paard besmet is met kleine rode bloedwormen.

Ontwormingsadvies
Gezien de bedreiging die kleine strongyliden voor paarden vertegenwoordigen, bevelen dierenartsen, die gespecialiseerd zijn in parasitologie, aan om paarden ten minste één keer per jaar te ontwormen met een ontwormingsmiddel dat doeltreffend is tegen de ingekapselde larven van de kleine rode bloedworm. Deze behandeling kan in de herfst plaatsvinden en gecombineerd worden met de behandeling tegen horzellarven. Equest is daar een geschikt middel voor.

Kort Samengevat

Behandel uw paard in de herfst (vanaf 1 november) tegen horzellarven en de kleine rode bloedworm met Equest.

Equest is niet geschikt voor veulens tot 4 maanden.

Heeft uw paard last van lintwormen of is het risico daarop aanwezig, ontworm dan met Equest Pramox. In verband met de kans op een vals negatieve uitslag van een mestonderzoek, kan deze ontworming zonder voorafgaand mestonderzoek, worden toegediend.

Klik hier om uw eigen tekst toe te voegen