West Nile Virus in Nederland

Op 16 september 2020 heeft het RIVM bekend gemaakt dat er in de regio Utrecht een vogel (grasmus) positief is getest op het westnijlvirus.

Dezelfde vogel is toevallig ook in het voorjaar gevangen en negatief getest op het westnijlvirus. Dit maakt het aannemelijk dat de vogel hier in Nederland is besmet door een geïnfecteerde mug en dát betekent dat er in Nederland geïnfecteerde muggen rondvliegen. In de week van 15 oktober 2020 is bij een man een infectie met het westnijlvirus vastgesteld. De man is niet recent in het buitenland geweest. Hij heeft het virus mogelijk in de regio Utrecht opgelopen door een muggenbeet. Het is de eerste keer dat een infectie met dit virus is gevonden bij een persoon die het heeft opgelopen in Nederland.

Overdracht

Het westnijlvirus wordt door muggen overgebracht, een zogenaamde vector-gebonden ziekte. Vogels zijn de gebruikelijke gastheren. Het westnijlvirus wordt niet direct van paard naar paard, van vogel naar paard, of van paard naar mens overgedragen. De aandoening kan alleen door muggen worden overgedragen. Dus een mug zuigt bloed bij een geïnfecteerde vogel en prikt daarna een mens of een paard.
Aangezien er in Nederland al een geïnfecteerde vogel is gevonden en een geïnfecteerde man, is de kans groot dat er binnen korte tijd ook geïnfecteerde paarden worden gevonden.

Klachten bij het paard

Bij de meeste paarden verloopt een westnijlvirus infectie (vrijwel) zonder symptomen of met milde klachten. Rond de 10% van de geïnfecteerde paarden kan echter neurologische symptomen krijgen, die kunnen variëren van milde klachten tot volledige verlamming. De incubatietijd (tijd tussen besmetting en de eerste symptomen) varieert van 3 tot 15 dagen (meestal 2-6 dagen). Als eerste symptoom wordt vaak een matige koorts gezien met sloomheid en niet willen eten. Dan treden de neurologische symptomen op zoals spiertrillingen (vooral rond de snoet en de ogen), atactisch lopen (lopen als een dronkenman) en abnormaal gedragen (rustige paarden worden soms heel lastig en lastige paarden heel rustig). Soms verergert de ataxie en wordt het paard volledig paralytisch (verlamd). Over het algemeen verergeren de neurologische symptomen snel, terwijl verbetering vaak lange tijd in beslag neemt.

Behandeling

Er is geen gerichte behandeling mogelijk. Wel kan een ziek paard zo goed mogelijk worden verzorgd op een plek waar het dier zich niet kan beschadigen. De dierenarts kan zo nodig ontstekingsremmers en eventueel infusen geven. Er is geen bewezen effect van virusremmers beschreven.
Voor paarden met neurologische verschijnselen is de prognose slecht, 35-40% moet worden geëuthanaseerd of sterft spontaan. Bij ongeveer 40% van de paarden die de acute ernstige symptomen overleven is er 6 maanden later nog sprake van iets wijkend lopen en/of iets afwijkend gedrag.

Preventie

Preventief kunnen de volgende maatregelen worden genomen:

  • Vaccinatie; er zijn een aantal goede vaccins op de markt ter preventie van het westnijlvirus. De basisvaccinatie bestaan uit 2 entingen met 3 tot 5 weken tussentijd, daarna moet de vaccinatie jaarlijks worden herhaald.
    Bescherming; paarden kunnen beschermd worden tegen muggenbeten. Dit kan enerzijds door het gebruik van anti-muggen spray (repellents), insectendekens of opstallen en anderzijds door de broedplaatsen van muggen (stilstaand water in emmers, in oude autobanden, in vervuilde dakgoten etc.) zoveel mogelijk op te ruimen.
  • Ventilator; in de stal kan een ventilator voor of boven de box goede diensten bewijzen, want muggen zijn ‘slechte vliegers’.

(Bronnen: KNMvD en RIVM)