Oog op klauwgezondheid – deel 2
Tijdig behandelen geeft betere resultaten
Een van de redenen waarom kreupelheid zo’n lastig probleem kan zijn is dat het kan lijken alsof het bekappen van kreupele koeien zinloos is omdat veel koeien later weer een terugval krijgen. Met name hoornproblemen als zoolzweren en witte lijn defecten kunnen hardnekkig zijn en zijn vaak niet met 1 keer bekappen opgelost. De reden daarvoor is eigenlijk vrij simpel, namelijk dat een zoolzweer of witte lijn defect niet in 1 dag ontstaan is, maar over meerdere weken en daardoor zullen ze ook niet zomaar herstellen.

De beste manier om de hersteltijd te verkorten is om kreupele koeien zo snel mogelijk te bekappen. Dat betekent in de praktijk bij een zoolzweer meestal dat je moet bekappen voordat het echte zoolzweren zijn maar nog steeds zoolkneuzingen. Bij witte lijn defecten wil je ze bekappen voordat de lamellen ontstoken zijn en er dus alleen maar gezond weefsel onder het defect vandaan komt. Eigenlijk weet je dus pas zeker dat je op tijd bent met bekappen als je weinig onder de klauw vindt! Het enige wat je dan doet met bekappen is de klauw weer in balans zetten en de druk weghalen van de aangetaste plek waardoor het levende weefsel eronder weer kan herstellen. Dit is ook nog eens fijner bekappen; je bent er namelijk veel sneller klaar mee en het doet de koe geen pijn.
De enige manier om op tijd te bekappen is om kreupele koeien te bekappen zodra ze beginnen te kreupelen. Kreupelheid vanuit hoornaandoeningen ontstaat niet acuut. Voordat je ziet dat de koe duidelijk op 1 poot kreupel loopt is ze de tijd daarvoor ook al licht kreupel geweest. Meestal wachten we echter pas met het behandelen van zo’n koe tot ze duidelijk kreupelt en vind je vaak ook al een zoolzweer of een open witte lijn defect. Bedenkt dus dat je als je eerder bekapt, je korter bezig bent en de koe betere en snellere genezingskansen heeft. Zo voorkom je ernstigere gevallen en wordt uiteindelijk de algehele klauwgezondheid in je koppel beter.





