Dier van de maand – Sophie

Dier van de maand – Wemke

Oktober is Maand van de Oudere Kat

50% korting op het testen van PPID

Dier van de maand – Bart

Half juni is Bart aangereden en daardoor tijdens de spoeddienst bij ons in de praktijk gekomen.

Doormiddel van een röntgenfoto werd duidelijk dat hij een breuk had in zijn middenvoetsbeentje (Zie onderstaande foto: bij de rode cirkel is de breuk zichtbaar). Naast de breuk had hij ook wondjes op zijn poot en bij zijn bek.

Gelukkig hebben we Bart goed kunnen helpen door dagelijks een verbandwissel te doen om de wondjes schoon te houden. Het verband gaf Bart ook ondersteuning voor de breuk. Doordat de wonden groot en diep waren is er na 1.5 week gekozen om via laserbehandelingen de wondgenezing te bevorderen. Doormiddel van een laserbehandeling wordt het genezingsproces versneld en daarnaast geneest de wond mooier.

Uiteindelijk is Bart 6x bij ons op de praktijk geweest voor een laserbehandeling waardoor Bart sinds half juli al zonder verband weer in huis rond kan lopen! Wij zijn heel blij dat Bart weer helemaal is opgeknapt.

Eigenaresse Anita: “Het was een intensief traject. Maar het was het waard, want de wonden waren behoorlijk diep en groot en het herstel via laseren en met goede verder wondverzorging ging heel snel. Het gaat nu goed met Bart, hij loopt inmiddels weer even buiten”

Vakantie

De vakantieperiode kom alweer snel dichterbij. Heeft u al gecontroleerd of alles op orde is voor uw huisdier voor de buitenlandse reis of het pension?

Wij adviseren om op tijd de vaccinatiestatus van uw huisdier te controleren, dit voorkomt dat u op het laatste moment nog van alles moet regelen of dat uw huisdier zelfs niet terecht kan in het pension of mee mag naar het buitenland.

Waar u op moet letten

Zodra u de grens overgaat en uw huisdier meeneemt dan dient uw huisdier in het bezit te zijn van een Europees paspoort en een rabiësvaccinatie. De rabiësvaccinatie dient minstens 21 dagen voor vertrek, of binnen de vaccinatieperiode, gegeven te zijn. Dit om een goede bescherming te bieden, als ook geldig te zijn voor het buitenland. Voor het pension is veelal de basisvaccinatie en kennelhoestvaccinatie verplicht.

De actuele invoereisen per vakantie bestemming kunt u vinden bij het LICG. Afhankelijk van het gebied waar u naartoe gaat is het ook verstandig om de preventie tegen bepaalde ziektes op orde te hebben. Denk hierbij aan tekenbescherming en de preventie tegen zandvliegen, overdragers van de hartworm.

Beperkte bezetting in de vakantieperiode

Ook onze dierenartsen en paraveterinairen gaan op vakantie! Door de beperkte bezetting zal in de vakantieperiode de mogelijkheid tot vaccineren zeer gelimiteerd zijn. Wij hebben in de periode voorafgaand aan de zomervakantie extra capaciteit gereserveerd voor vaccinaties. Controleer op tijd de vaccinatiestatus van uw huisdier en maak een afspraak!

Juni chipmaand

De maand juni staat in het teken van het chippen van huisdieren.

Voor honden is een chip in Nederland inmiddels verplicht, maar voor katten nog niet. Wij merken dan ook dat er veel katten rondlopen zonder chip, wat voor vervelende situaties kan zorgen.

Voor katten die bij ons binnen worden gebracht door bijvoorbeeld de vinder of de dierenambulance, moeten ooit moeilijke beslissingen worden genomen. Overleg met de eigenaar, om de juiste beslissing te kunnen nemen is hierin van groot belang. Zonder overleg wordt eerste hulp geboden in de hoop dat een eigenaar zich meldt. Het komt ook regelmatig voor dat een al overleden dier wordt gevonden waarvan het baasje niet te traceren is. Als het dier gechipt is kan er snel contact opgenomen worden, wat voor het dier, maar zeker voor u als eigenaar erg prettig is.

Een chip is een klein magneetje met een nummer welke met een chipreader af te lezen is. Het is belangrijk dat dit nummer geregistreerd staat bij een databank in Nederland en daar gekoppeld is aan uw gegevens.

U kunt dit controleren via de website www.chipnummer.nl. Hier zijn alle Nederlandse databanken te vinden en hier kunt u de registratie controleren. Controleer dan ook direct of de gegevens, zoals uw telefoonnummer, nog up-to-date zijn!

Mocht u twijfelen over de registratie of de chip willen controleren, dan kunt u de hele maand juni terecht voor een gratis check bij het paraveterinair spreekuur.

Warmte, zon en… risico’s

Het zomerse weer heeft zijn intrede gedaan in Nederland en we hebben al een aantal lekkere, warme en zonnige dagen gehad.

Veel mensen genieten hier volop van en het liefst samen met hun huisdier. Er liggen wel een paar gevaren op de loer en deze brengen wij graag nogmaals onder de aandacht. Houd rekening met onderstaande gevaren nu de zon weer lekker schijnt:

  • Oververhitting: Onze huisdieren gaan anders met warmte om en kunnen veelal niet, of minder, transpireren zoals wij dat doen. Nog vaak zien wij honden naast de fiets lopen bij een omgevingstemperatuur die daar niet geschikt voor is. Oververhitting ligt dan op de loer en kan zelfs dodelijk zijn voor uw huisdier.
  • Verbranding: Dieren met een dunne vacht, of bijvoorbeeld witte oortjes wat we veel zien bij katten, hebben grotere kans om te verbranden. Bescherm uw dier door deze in de schaduw of binnen te houden. Ook kunt u bijvoorbeeld oortjes insmeren met zonnebrandcrème.
  • Verbranden van de pootjes: Asfalt kan erg warm worden en ook lang warm blijven als de zon schijnt. Voor de onbeschermde pootjes van onze huisdieren kan dit verbranding opleveren. Wij hebben dit vaak niet door, omdat wij schoenen dragen. Indien u twijfelt kunt u aan het asfalt voelen of dit geschikt is om (langdurig) over te lopen.
  • Maden: Bij warmte zijn de vliegen er snel bij als uw huisdier een vieze vacht heeft of als bijvoorbeeld het konijnenhok niet goed is schoongemaakt. Bij een vieze vacht, of wondjes, leggen de vliegen eitjes in de vacht of wond, waar maden uitkomen en de madenziekte (myiasis) veroorzaken. Dit kan bij warm weer erg snel gaan en wij weten uit ervaring dat het, voordat u het doorheeft, al behoorlijke schade kan hebben aangericht bij uw huisdier. Let dus, met name bij konijnen, goed op de lichaamshygiëne en grijp snel in als er ontlasting in de vacht blijft zitten, door dit schoon te maken en preventieve maatregelen hiertegen te nemen.

Bij vragen of meer informatie neem dan contact op met de praktijk.

Teken

Wist u dat…..

  • Teken actief worden zodra de temperatuur boven de 7 oC komt?
  • Elk jaar ruim 1 miljoen mensen gebeten worden door een teek?
  • In Nederland gemiddeld 1 op de 5 teken besmet is met de bacterie die de ziekte van Lyme kan veroorzaken?
  • Teken zich vooral in hoog gras bevinden? Hierdoor dus ook in uw achtertuin kunnen voorkomen?
  • Mensen met huisdieren meer kans hebben om een tekenbeet te krijgen?

Reden ten overvloede om uw huisdier goed te beschermen tegen de teek, niet alleen voor uw huisdier maar ook voor uzelf! Kies hiervoor een product wat aansluit bij uw huisdier en uw specifieke wensen. Voor advies op maat staan onze paraveterinairen voor u klaar!

Meer informatie over teken vindt u op de website van het RIVM of LIGC of neem bij vragen contact op met de praktijk, wij staan u graag te woord.

Vlooien

Bij onze huisdieren komen hoofdzakelijk twee soorten vlooien voor: de hondenvlo (Ctenocefalides canis) en de kattenvlo (Ctenocefalides felis). De kattenvlo is de meest voorkomende vlo, ook bij de hond.

Een besmetting met vlooien ontstaat vaak doordat honden of katten op plekken komen waar vlooien voorkomen. Het is soms lastig om een vlooienbesmetting te ontdekken. Katten eten bovendien vaak de vlooien op die ze tegenkomen als ze zich wassen, hierdoor zijn vlooien niet altijd zichtbaar voor u als eigenaar.

Vlooien; voorkomen is beter dan genezen, maar waarom?

Vlooien vermenigvuldigen zich erg snel, slechts 5% van de vlooienpopulatie bestaat uit volwassen vlooien, de overige 95% zit in de omgeving en bestaat uit eitjes, larven en poppen. Hierdoor is het terugdringen van de besmetting meer dan alleen het bestrijden van de volwassen vlo en vergt veel geduld. Voorkomen is beter dan genezen….
Vlooien kunnen ziektekiemen overbrengen zoals de eieren van de lintworm, de bacterie die bij de mens kattenkrabziekte veroorzaakt of de dodelijke virusziekten myxomatose en RHD bij het konijn.
Vlooien beten zijn pijnlijk en veroorzaken veel jeuk. De jeuk komt doordat de vlo met een beet een beetje speeksel inspuit om te zorgen dat het bloed niet stolt. Dit speeksel geeft jeuk en irritatie waardoor het dier zich constant gaat bijten en krabben.
Er zijn veel dieren die overgevoelig reageren op een vlooienbeet met extreme jeuk tot gevolg. Dieren bijten en krabben zichzelf soms tot bloedens aan toe. Er zijn niet veel vlooien voor nodig om een allergie te ontwikkelen en één vlooienbeet per week is al voldoende om de allergie in stand te houden.

Voor het behandelen van een vlooienbesmetting en het preventief behandelen tegen vlooien van uw huisdier, kunnen wij met u kijken naar het best passende product voor uw huisdier. Neem bij vragen contact op met de praktijk.

Dier van de maand – Benji

Onlangs kwam Benji, een knappe zwart-witte Europese Korthaar, voor castratie. Bij een eerder bezoekje aan de arts was al geconstateerd dat bij Benji geen van beide testikels waren ingedaald.

Hij had wel een penis en het was ook zeker dat hij niet al gecastreerd was. Zo’n niet-ingedaalde testikel is meestal minder ontwikkeld maar vaak nog wel te voelen in de lies. Bij Benji was ook dit niet het geval, dus moest de buikwand worden geopend op zoek naar zijn testikels. Voor deze operatie was daarom extra tijd ingepland.

Tijdens de operatie bleek dat Benji wel een heel speciale patiënt was. Tot onze grote verrassing bleek hij niet gewoon “binnenballen” te hebben maar te beschikken over een complete baarmoeder inclusief eileiders. Echter waar normaal gesproken de eierstokken zich bevinden, troffen we nu beiderzijds complete testikels aan. Heel bijzonder!

De operatie én het herstel van Benji verliepen verder prima!

Hermafroditisme

Dit fenomeen komt vaker voor en heet hermafroditisme. Hermafroditisme betekent dat een dier zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen heeft en komt vaker voor bij honden. Hermafroditisme kan ontstaan door een fout in de ontwikkeling van de ongeboren vrucht, soms als gevolg van een erfelijke aandoening.

Er bestaan twee vormen van hermafroditisme

  • echt hermafroditisme: de geslachtsklieren van het dier bevatten dan zowel eierstokweefsel als testikelweefsel
  • pseudohermafroditisme: (een deel van) de aanwezige geslachtsorganen past dan niet bij de aanwezige geslachtsklieren, zoals een reu of kater met twee normale testikels en een baarmoeder

Honden met hermafroditisme kunnen, afhankelijk van de achterliggende oorzaak, verschillende verschijnselen hebben. De belangrijkste zijn:

  • een vergrote clitoris
  • niet loops worden of juist voortdurend loops zijn
  • een afwijkend gevormde penis en/of een kleine voorhuid

Bij runderen komt deze tweeslachtigheid vaker voor, we spreken dan van een kween. Dergelijke afwijkingen ontstaan vaak tijdens een meerlingdracht, waarbij beide geslachten aanwezig zijn. Verschillende stoffen (o.a. hormonen) van beide vruchten kunnen elkaar via het bloed bereiken, waardoor de vrouwelijke geslachtskenmerken in het vaarskalf zich niet normaal kunnen ontwikkelen en een gedeeltelijke ontwikkeling plaatsvindt in mannelijke richting.

Vaccinatie konijn

Nu de eerste muggen weer zijn gesignaleerd is dit het moment om uw konijn te vaccineren tegen myxomatose, RHD1 en RHD2. Deze ziektes worden mede verspreid door muggen en kunnen dus op uw konijn overgedragen worden, ook als deze binnen gehouden wordt.

Myxomatose

Myxomatose is een ernstige, vaak dodelijke ziekte bij konijnen. Myxomatose wordt meestal overgedragen door stekende insecten, vooral muggen en steekvliegen maar ook vlooien. Er bestaat ook een vorm die door direct contact van konijn op konijn wordt overgebracht.

Lees meer

Worminfecties en wormbestrijding bij paarden en pony’s

Paarden & wormen: een ingewikkeld verhaal

Het voorkomen en behandelen van wormen in de paardenhouderij is een ingewikkeld verhaal. Elke 6 tot 8 weken blind ontwormen is achterhaald; er moet een geldige reden zijn om ontwormingsmiddelen toe te dienen. Vaak is ontworming zelfs helemaal niet nodig en werkt blind ontwormen resistentieontwikkeling en milieuverontreiniging in de hand. Om te bepalen of uw paard of pony ontwormd moet worden, kan men gebruik maken van een mestonderzoek. Bij het mestonderzoek wordt mest onderzocht op de aanwezigheid van de eitjes van de wormen (en eventueel zand). Het wordt uitgedrukt in EPG (aantal wormeitjes per gram mest). In het onderzoek wordt specifiek gekeken naar welke soort wormen een rol spelen en hoeveel eitjes ze hiervan uitscheiden. Op deze manier kunnen we specifiek met u meedenken over welke middelen we het beste kunnen inschakelen én bij welke dieren, om de beste resultaten te behalen.

Wanneer willen we mestonderzoek inzetten?

  • Mestonderzoek is het belangrijkste in het voorjaar en de zomer; in het najaar en de winter kan het mestonderzoek vals negatief zijn omdat sommige wormen dan geen eieren uitscheiden, maar wel aanwezig zijn.
  • Het is verstandig om bij paarden ouder dan 3 jaar twee tot drie keer per jaar mestonderzoek te doen.
  • Bij paarden jonger dan 3 jaar is vaker (elke 4 tot 6 weken) mestonderzoek nodig, omdat deze dieren mogelijk nog onvoldoende weerstand hebben tegen wormen.
  • Bij problemen zoals vermageren, diarree, mestwateren of koliek. Uitscheiding van zand kan dan ook worden bekeken.
  • Twee weken na ontworming bij verdenking van resistente wormen en bij evaluatie van problemen.

Hoe pak ik een goed monster?

Verzamel het liefst verse mest van een individueel dier of pak de bovenste mestballen van een hoop mest, zodat er geen contact met grond is geweest. De mest kan – zo luchtdicht mogelijk – in de koelkast worden bewaard voordat het wordt afgegeven op de praktijk.

Om kosten te besparen kan er ook gepoold mestonderzoek gedaan worden. Dan worden er meerdere (maximaal 5) monsters per groep door ons gemengd (dus niet zelf mengen). Doorgaans worden de groepen gevormd uit leeftijdsgenoten (b.v. veulens, enters en twenters, drie- tot vijfjarigen en ouder dan 5 jaar) of koppelgenoten (b.v. groep met merries en groep met ruinen). De uitslag is dan het gemiddelde van een groep en zegt niets over een individueel dier.

Wanneer is het verstandig om sowieso te ontwormen?

  • Drachtige merries in de maand voor het veulenen met ivermectine.
  • Veulens op een leeftijd van 2 en 5 maanden i.v.m. spoelwormen met pyrantel of fenbendazol.
  • Dieren ouder dan 4 maanden leeftijd in het najaar tegen de horzellarven (vanaf 1 november) met moxidectine. Indien mos aanwezig is in weide, wordt de combinatie van moxidectine en praziquantel geadviseerd. De mosmijt is namelijk de tussengastheer van de lintworm; lintworm wordt gedood met praziquantel.
  • Bij het zien van wormen in de mest (bv. spoelworm, rode bloedworm, lintworm). Voor elke worm is een ander ontwormingsmiddel nodig.
  • Bij paarden met jeuk enkel aan de staarbasis, soms zijn deze aarsmaden zelfs te zien!

Opfok van jonge paarden

De laatste jaren is bij veel opfokbedrijven een toenemend probleem ontstaan m.b.t. worminfecties. Er sterven geregeld paarden doordat zij letterlijk worden opgevreten door de wormen. Frequent mestonderzoek en frequent ontwormen zijn dan de middelen die er zijn om dit probleem te aan te pakken. Ontworm alle paarden uit de groep op hetzelfde moment met hetzelfde middel en neem twee weken later mestmonsters ter controle van de werking van het gebruikte ontwormingsmiddel.

Voorkomen is beter dan genezen

Paarden worden besmet in de weide. Door de infectiedruk in de weide laag te houden, wordt de kans op een ernstige worminfectie van het paard kleiner. Goed weidemanagement in combinatie met gericht ontwormen is dus de sleutel tot een goede wormpreventie. Om opname van besmettelijke wormlarven in de weide door het paard te beperken, kunnen de volgende maatregelen worden genomen.

  • Weidt de paarden regelmatig om naar verschillende, liefst schone, percelen.
  • Verwijder minimaal 2 keer per week de mest uit de weide.
  • Probeer de weide afwisselend te laten begrazen door andere diersoorten. Dit gebeurt meestal met schapen. De ene diersoort eet de wormlarven van de andere diersoort op tijdens het grazen, maar de larven van de paardenwormen zijn niet besmettelijk voor het schaap en andersom.
  • Het land kan tussen het omweiden door gemaaid (en gehooid) worden. Dan is het omweiden met een andere diersoort niet noodzakelijk.
  • Doe eerst mestonderzoek voordat een paard naar een schoon perceel wordt omgeweid. Ontworm het paard indien nodig, voordat het wordt omgeweid naar het schone perceel.
(Bron: paardenarts.nl)

Hitte? Het vriest nog!

Het lijkt op dit moment nog een ver van ons bed show, hittestress bij koeien. Echter ‘regeren is vooruitzien’ en dat geldt zeker voor hittestress. Veel maatregelen zijn namelijk op het laatste moment niet meer te realiseren.

Op dit moment zien we op veel bedrijven nog de restverschijnselen van de warme periode van afgelopen augustus. Productie grafieken tonen een dip die pas traag weer hersteld is. Klauwen hebben er zwaar onder geleden en er zijn veel klosjes geplakt. Op een aantal bedrijven zie je ook dat de opgelopen terugslag in het aantal hoogcelgetal dieren maar slecht herstelt. Deze bedrijven starten met 1-0 achterstand aan de nieuwe zomer. Al met al tijd voor een gedegen plan van aanpak voor de steeds warmer wordende zomers.

Maatregelen kun je grofweg indelen:

  • via het voer in de koe
  • maatregelen van buitenaf

Bij maatregelen van buitenaf staan ventilatoren met stip bovenaan maar laat je daarbij gedegen adviseren want elke stal is anders qua luchtstromen. Wanneer er sprake is van een niet geïsoleerd dak is het koelen van het dak door middel van water een goed alternatief. De mogelijkheid creëren om de dieren ’s nachts te weiden is ook waardevol omdat zowel dieren als stal dan de mogelijkheid hebben om af te koelen. Overige mogelijkheden betreffen sproeiers in de stal, extra grote waterbakken op de voergang, etc. Praat er eens over met verschillende adviseurs én uw dierenarts om alle aspecten goed tegen elkaar af te wegen.

Bij de maatregelen via het voer behoort bij de meesten van u het bufferen m.b.v. bicarbonaat wel tot de standaard werkwijze. Er zijn echter zo veel meer mogelijkheden om de koe zelf ook aan te zetten tot extra buffering door te spelen met verhoudingen in ruwvoer en krachtvoer, door het toevoegen van vetten, gisten en het verschaffen van meer (drink)water. Ga ruim vóór de zomer eens met uw voeradviseur om tafel om een plan op te stellen voor wanneer de temperatuur boven de 21 graden uit gaat komen. Zo komt u achteraf tenminste niet voor verrassingen te staan!

Drenchen: de tips en tricks!

Nog een kleine samenvatting n.a.v. de boerenavond. Bij vragen, aarzel niet om ons aan het jasje te trekken! Samen voor een snel herstel bij de koeien!

Eisen apparaat

  • Slang voldoende lang + zacht voor slokdarm en een beschermkop van de slang zelf
  • Een geschikt mondstuk wat het zachte gehemelte en keelgebied niet kan irriteren
  • Een vloeistofvat waar voldoende hoeveelheid water in kan, óf waar gemakkelijk water aan toe te voegen is
  • Zorg voor een gemakkelijke aansluiting tussen slang en drenchpomp, dit maakt je controle makkelijker en geeft werkgemak

Gebruik drenchapparaat

  • Zorg voor een fijne werkplek, waar je zelf gemakkelijk kunt staan en de koe veilig kunt drenchen
  • Er zijn veel verschillende producten waarmee gedrencht kan worden: kijk of het product geschikt is voor de aandoening van het dier. Bij twijfel is overleg altijd mogelijk.
  • Let op bij het fixeren van de koe, dat de kop onder schoftniveau blijft. Zo voorkom je dat het teruglopen van speeksel of dat drenchvloeistof in de luchtwegen terecht komt
  • Gebruik lauwwarm water en zorg voor een passende hoeveelheid, zodat je de duur voor de koe kan beperken
  • Met beleid het mondstuk en de slang inbrengen, met daarbij voldoende slanglengte tot in de pens
  • Controleren met je zintuigen. Aarzel niet om dit een keer samen te doen met de dierenarts op het erf. Want, ook daar zijn we voor!
    • Reactie van de koe bij inbrengen: het dier hoort niet zwaar te ademen, blijvend vechten of flink te hoesten
    • Geluid: een borrelend of geen geluid is prima om waar te nemen
    • Voelen: door met je hand langs de hals (slang in slokdarm) te gaan en bij het horen: geen ritmische luchtverplaatsing (die ook te relateren is aan de ademhaling)
    • Zuigen: een luchtpijp is als een regenpijp, die kan je niet vacuüm trekken; een slokdarm is als een fietsband, die kun je wel vacuüm trekken
  • Indien alle vloeistof in de koe zit, kan je de slang nablazen en een vinger in de slang stoppen
  • Hierna kan de slang rustig worden teruggehaald en daarna het mondstuk worden verwijderd
  • Check altijd even het mondstuk + slang, indien bloed – graag even contact opnemen even met de dierenarts

Even voorstellen

Hoi! Mijn naam is Maaike Röling en u kunt mij vanaf nu tegenkomen als dierenarts bij de landbouwhuisdieren.

Wellicht zijn we elkaar al eens eerder tegengekomen, want in de periode november-januari heb ik mijn laatste stage ook bij de praktijk gelopen.

Stagelopen bij deze praktijk en in dit mooie gebied is me erg goed bevallen, ik ben dan ook verheugd hier zelf aan de slag te mogen! Ik ben opgegroeid in Kortenhoef, een dorpje in Noord-Holland. De veearts daar leerde ik kennen doordat ik van jongs af aan regelmatig hielp bij de schapen van vrienden van ons. Nadat ik een paar keer met hem mee was geweest wist ik al gauw dat dat me ook wel wat leek! Na de middelbare school volgden dan ook een aantal mooie jaren in Utrecht, maar zeker ook daarbuiten tijdens leuke stages. Zo heb ik afgelopen zomer/najaar nog een aantal maanden in Florida mogen doorbrengen voor mijn onderzoeksstage (over het voorspellen van lactatiecurves). Naast de studie was er in Utrecht gelukkig ook genoeg te beleven, zo heb ik bijvoorbeeld een aantal jaar fanatiek touwgetrokken bij een vereniging met andere diergeneeskunde studenten. Inmiddels heb ik Utrecht verlaten en ben ik verhuisd naar Drenthe, waar we elkaar vast een keer tegen zullen komen. Ik zie uit naar een fijne samenwerking!

Voorjaarsgras en weiden

De lente staat voor de deur en daarmee ook het weideseizoen.

Een mooi seizoen om lekker van de zon te genieten en vitamine E (= antioxidant en rijkelijk aanwezig in vers gras) op te nemen! Maar de lente is ook een periode met uitdagingen. Bij de overgang van het stalrantsoen (vaak hooi of kuilvoer) naar vers gras zijn een aantal dingen belangrijk om te realiseren.
Jong, vers voorjaarsgras kan namelijk een hoog gehalte aan suikers (glucose, sucrose en fructose) bevatten. Als de zon begint te schijnen wordt er doormiddel van fotosynthese suiker geproduceerd in het gras. Deze suikers worden normaliter ’s nachts door de plant zelf verbruikt om te groeien. Blijft te temperatuur ’s nachts onder de 5 °C dan vindt er geen groei plaats en blijven de suikers onverwerkt in de plant zitten. Daarnaast is het jonge gras vaak ook eiwitrijk en bevat het nog weinig vezels, waardoor de verteerbaarheid hoog is. Staat je paard of pony de volgende dag in dit gras let dan goed op, want deze hoge suikergehaltes, snelle verteerbaarheid en de voerovergang kunnen risico’s met zich meebrengen zoals hoefbevangenheid en/of insulineresistentie, maar ook (gas)koliek of dunne ontlasting.
Belangrijk is dus om het grazen rustig op te bouwen. Dit kan bijvoorbeeld door het aantal uren op de weide elke drie dagen iets te verhogen. Ook kan strookbegrazing (elke dag een ‘vers’ stukje gras) helpen om de rantsoenwisseling geleidelijk te laten verlopen.
Tot slot is het natuurlijk altijd verstandig om voor het weideseizoen begint even een rondje door de weide te lopen en de watervoorziening, losliggende paaltjes of draden te controleren. Een verwonding is helaas zo gemaakt.

Risico’s jacobskruid

Afgelopen zomer was jacobskruiskruid (helaas) veelvoudig te vinden in weilanden, wegbermen of bosranden.

Jacobskruiskruid is een bekende geel bloemige plant en bevat giftstoffen. Deze gifstoffen; pyrrolizidine-alkaloiden (PA’s) worden in alle delen van de plant gevormd en dus niet alleen in de bloemen zoals vaak gedacht wordt. De PA’s zijn niet direct giftig na opname maar worden in de lever omgezet in pyrrolen en deze pyrrolen zijn de echte boosdoenders. Ze binden zich aan levereiwitten, waardoor er leverschade optreedt; paarden vertonen verlies van eetlust en in ernstige gevallen afwijkend gedrag (bijv. doelloos ronddwalen). Over het algemeen zullen paarden niet meteen van de plant eten, gezien de plant onsmakelijk en bitter is. Maar als er geen alternatief aanwezig is om te eten of wanneer door drogen (tijdens het hooien) of conservering (in de foliepakken) de bittere smaak verdwijnt, kan het zijn dat paarden de plant wel eten.
Om de groei van de plant te beheersen kan je het beste vóór de bloeifase en zaadproductie de planten uit de weide trekken of steken. Probeer daarnaast open en kale plekken in de weide te voorkomen, zaai dit meteen in met gras zodat jacobskruiskruid geen kans krijgt.

(Bron: GD diergezondheid)

Dier van de maand – Iggy

Ziet u het goed?

Moest u ook twee keer kijken voor u iets bijzonders zag aan deze patiënt van de maand?
Inderdaad, Iggy mist beide ogen….

Het verhaal van Iggy, een inmiddels bijna 13 jarige Basset reu (om precies te zijn een Petit Basset Griffon Vendéen, een kleine, kortbenige en stevige jachthond afkomstig uit La Vendée aan de Franse westkust).
Iggy was net 7 jaar oud toen zijn baasjes met hem op consult kwamen omdat in korte tijd een blauwe waas op beide ogen was ontstaan. Iggy was wel eens ergens tegenaan gelopen maar verder leek hij prima in orde. Nader onderzoek wees uit dat de pupilreflex aan beide ogen niet was zoals het hoort, reden om Iggy door te verwijzen naar een oogspecialist.
Daar werd vastgesteld wat al werd vermoed: Iggy had last van glaucoom. Direct werd therapie opgestart: 2 soorten oogdruppels om de oogdruk te verlagen, in combinatie met ontstekingsremmers/pijnstilling. Ondanks dat Iggy er vanwege snel handelen vroeg bij was, is hij aan beide ogen zijn zicht kwijtgeraakt, de behandeling werd wel voortgezet om te zorgen dat hij geen pijn zou ondervinden van de verhoogde druk.

Helaas bleek dat ondanks de therapie de oogboldruk bij Iggy weer was toegenomen en dat het voor Iggy het beste was om de oogbollen operatief te verwijderen. Geen makkelijk besluit om te nemen, maar twee jaar geleden is deze stap gezet. Na herstel van de operatie is Iggy duidelijk opgeknapt, hij heeft geen pijn meer, hij functioneert uitstekend en gaat er graag weer op uit met z’n baasjes voor een fijne wandeling!

Wat is glaucoom?

De ‘Veulenbox’: focus op preventie!

Om jullie voorbereiding compleet te maken, hebben we een veulenpakket samengesteld.

Een bijgeleverde checklist geeft antwoord op de meest gestelde vragen rondom de geboorte van het veulen, zoals: ‘Wat is een normaal geboorteverloop? Wanneer dient de nageboorte van de merrie af te zijn? En wanneer moet ik in actie komen?’. Er zijn fijne, praktische middelen toegevoegd. Onder andere een bandage voor de staart, handschoenen, glijmiddel en desinfectiemiddel voor in het water om ‘schoon’ te kunnen helpen bij een slecht vorderende geboorte. Daarnaast is er voor het veulen een navelklemmetje toegevoegd (indien het niet uit zichzelf sluit), jodium voor naveldesinfectie en een Red Start. Red Start is een tube met extra energie, vitaminen en mineralen voor het veulen met een gemakkelijke toediening via de mond. Het veulenpakket is op bestelling verkrijgbaar: de kosten bedragen 45 euro incl. btw.

Bij vragen over de voorbereiding van de merrie, tot het vaccineren en ontwormen van het jonge veulen, willen wij jullie graag helpen. Altijd welkom om met ons contact op te nemen! Wij wensen jullie heel veel succes en plezier, wij genieten mee!

Drachtige merries en pasgeboren veulens

Het nieuwe jaar is alweer even begonnen en ook dit jaar worden er een hoop veulens verwacht. De eerste veulens zijn zelfs al geboren, graag willen we jullie helpen in de voorbereiding voor de veulens die nog gaan komen.

 

Voorbereiden van merrie en haar omgeving

  1. Vaccinatie | De merrie mag ongeveer zes weken voor de verwachte werpdatum nog worden gevaccineerd tegen tetanus (zit vaak in de ‘jaarlijkse enting’). Dit zal bijdragen aan een goede biestkwaliteit, met o.a. een hoge concentratie antistoffen tegen tetanus. Deze antistoffen zullen het veulen ongeveer drie maanden tegen tetanus beschermen. De voorwaarde hiervoor is wel, dat het veulen zeker binnen zes uur de biest binnenkrijgt. Heeft het veulen vier uur na nageboorte nog niks gedronken, dan is het advies om contact op te nemen met de dierenarts.
  2. Ontworming | Een maand voor veulenen kan de merrie nog worden ontwormd tegen de veulenworm, om de infectiedruk voor het veulen te verminderen. Dit kan met een ontwormingsmiddel dat ivermectine bevat.
  3. Openknippen | Enkel in het geval dat de merrie is ‘dichtgezet’ rondom inseminatie, is het noodzakelijk om de merrie in elk geval twee weken voor de verwachte werpdatum open te knippen.
  4. Rust en regelmaat | Denk hierbij aan het laten wennen van de merrie op aanraking uier, tot een schone stal met vooral vers en veel strooisel in de stal! Een schone, gevulde stal zorgt ervoor dat het veulen gemakkelijker kan staan en geen ‘doorligplekken’ krijgt.
  5. Voorbereiden bevallen | Het bevallen en de dagen daarna kunnen soms spannende momenten met zich meebrengen voor merrie, veulen en eigenaar. Als eigenaar kan je je hierop voorbereiden: door het volgen van een cursus, het inlezen van ‘partusverloop’ en overleggen met collega – paardenhouders. Alle feiten en benodigde materialen hebben we samengevoegd in een ‘Veulenbox’, om jullie te ondersteunen in deze periode.
  6. En vooral: genieten | Een mooie tijd komt eraan!