Het West-Nijl Virus (WNV) wordt overgedragen van besmette (trek)vogels op zoogdieren door de beet van verschillende soorten muggen. Vooral paarden en mensen zijn gevoelig voor infectie door het West-Nijl virus, dat via de bloedbaan naar de hersenen en het ruggenmerg wordt getransporteerd. De ontstekingen van de hersenen en/of hersenvliezen kunnen ernstige en mogelijk dodelijke zenuwverschijnselen veroorzaken. Hoewel dit virus alleen kan worden overgedragen door steekmuggen (geen overdracht van paard op paard of van paard op mens), loopt elk onbeschermd paard gevaar, in het bijzonder tijdens het muggenseizoen.
De laatste 15 jaar werden uitbraken bij mensen en paarden gemeld in landen zoals Italië, Roemenië, Hongarije, Portugal, Spanje, Frankrijk en Griekenland. Vorig jaar werd er in Laar (Duitsland) een paard met West -Nijl gediagnosticeerd. Voor de West-Nijlziekte bestaat geen specifieke behandeling. Er kan alleen symptomatisch, ondersteunend behandeld worden. Individuele paarden kunnen wel beschermd worden door middel van vaccinatie.
Basisvaccinatie
- 1e basisvaccinatie: vanaf 6 maanden leeftijd
- 2e basisvaccinatie: 1 maand (3 – 5 weken) na de 1e basisvaccinatie
Herhalingsvaccinatie Jaarlijks (< 12 maanden)
Er wordt in de loop van het jaar een daling in afweer gezien, dus het advies is om in het voorjaar (maart-april) vóór aanvang muggen seizoen te vaccineren.